Schinnen Limburg

De kapel voor O.L. Vrouw, Koningin van de Vrede ('Vredeskapel'), ligt op een ruim 25 meter hoge heuvel

De kapel voor O.L. Vrouw, Koningin van de Vrede ('Vredeskapel'), ligt op een ruim 25 meter hoge heuvel (150 m boven NAP) aan de rand van de bebouwde kom van Schinnen langs de weg die Schinnen met Thull verbindt. De parochiekerk van Schinnen, die in de oude dorpskern staat, ligt op ongeveer 200 meter van de kapel. De heuvel is beplant met sparren en is genaamd Mullerhei of Reinderhei, aangezien hij destijds eigendom was van de familie Reinaerts. De familie schonk het bos tegenover hun woning in een kostenloze 'eeuwigdurende' pacht. De aanleg van het Mariapark werd deels gesubsidieerd uit de werkverschaffing, waartoe Jos Packbier minister Romme had weten te bewegen. - De heuvel grenst aan het wandel- en natuurgebied 'Geleenbeekdal'. De toegang tot de heuvel en de kapel ligt aan de weg Achter-de-kerk. Een vernieuwde smeedijzeren spitsboog met het opschrift 'Maria Park' (oorspronkelijke boog: 'Koningin van de Vrede B.V.O.') geeft de toegang aan. Een uit natuurstenen en beton vervaardigde twee meter brede trap van 88 treden leidt naar de kapel. Na ongeveer 60 treden splitst de trap zich en gaat over in twee onverharde paden die naar de heuveltop voeren. Op de top is een grote open ruimte met in het midden de kapel. De kapel is in 1939 opgetrokken uit baksteen naar ontwerp van M. Tummers uit Heerlen. De kapel bestaat uit een schip (ca. 7,5 x 5,5 m) en een op een toren gelijkend koor (ca. 5 x 5 m). De ramen hebben moderne figuratieve voorstellingen uit het leven van Maria naar een ontwerp van Gène Eggen en uitgevoerd door Giel Meens. Het zadeldak van het schip en het tentdak van de koorpartij zijn afgedekt met kunstleien. In september 1999 werden de kapel en het Mariapark tot een rijksmonument van jongere bouwkunst verklaard. - In de voorgevel bevindt zich de toegang tot de kapel die gesloten wordt door een smeedijzeren poort. Links en rechts bevonden zich tot omstreeks 1989 plaquettes met twee chronogrammen die allebei het jaartal 1939 weergeven: 'In festo sanCtI Joseph VoVIt Me tUtoqUe posUIt Joseph paCkbIer DeCanUs sChInnensIs' ('Op het feest van St. Jozef heeft Jozef Packbier, deken van Schinnen, mij gewijd en voorzichtig geplaatst') en 'DIgnare regIna paCIs enIXe tUerI sChInnenses hILares gratosqUe teMpLI hUIUs benefaCtores' ('Verwaardig u, koningin van de vrede, de blijde en dienstbare Schinnense weldoeners van deze kapel met kracht te beschermen'). De gedenkstenen zijn in 1989 vernieuwd. - In de kapel staan acht knielbanken die circa 25 mensen plaats bieden. Voor de ingang van de kapel staan nog eens zeven banken.

Cultusobject - Het beeld en het altaar van O.L. Vrouw zijn geschonken door de 19 parochies en drie rectoraten van het toenmalige dekenaat Schinnen. Het beeld (178 cm hoog) van Louis Ramakers uit Geleen stelt Maria voor met het gekroonde kind op haar schoot. In de rechterhand draagt het kind de vredespalm, met de linker maakt het een zegenend gebaar.

Verering - Het initiatief tot het aanleggen van een Mariapark werd in 1938 genomen door G.J. Packbier, deken van Schinnen, onder het episcopaat van bisschop Lemmens, die de Mariadevotie in het algemeen en de toewijding van Limburg en zijn parochies aan Maria sterk propageerde (? Gulpen). Packbier werd voor zijn kapel geïnspireerd door een Mariakapel in Kerkrade. Hij betrok vervolgens alle geestelijken van zijn dekenaat bij deze onderneming. De twee eerste stenen werden gelegd op het feest van St. Jozef, 19 maart 1939. De wijding door bisschop Lemmens vond plaats op 16 juni van dat jaar. Op deze dag vond de toewijding van het dekenaat aan Maria plaats. Hierbij waren ongeveer 5000 mensen aanwezig. 's Middags was er een processie, waaraan alle parochies en rectoraten deelnamen: Schinnen, Amstenrade, Bingelrade, Brunssum, Doenrade, Geleen, Hoensbroek-Passart, Hoensbroek, Jabeek, Lindenheuvel, Lutterade-Krawinkel, Merkelbeek, Nuth, Oirsbeek, Puth, Schinveld, Spaubeek, Sweikhuizen, Wijnandsrade en de rectoraten Rumpen, Vaesrade en Hoensbroek-Station. Eén week eerder was de toewijding van de parochie aan Maria geschied. In het eerste jaar werden er diverse bedevaarten naar de kapel ondernomen. De pastoor schreef: 'de kapel wordt druk bezocht door Schinnen en omgeving en ook door velen wijd en zijd. Verschillende gebedsverhoringen!' Er kwamen velen individueel naar het Mariapark (o.a. in mei 1940); diverse groepen kwamen ook processiegewijs, zoals de meisjescongregatie uit Nuth op 8 september 1939 en 1940 en de meisjescongregatie van Geleen op 25 augustus 1940 (ca. 300 deelneemsters). Van april tot juli 1939 verscheen er een speciaal krantje voor het dekenaat Schinnen, acht maal in een oplage van 12.000 exemplaren, onder de titel: 'Koningin van de Vrede'. In de jaren vijftig werd er van mei tot eind oktober 's avonds gezamenlijk het rozenhoedje gebeden. Elke zaterdag was er een mis met lof. Vanwege het processieverbod in 1941 liep de devotie terug. - Na de oorlog herleefde de Mariaverering met een voornamelijk lokaal karakter. In augustus 1953 werd bij de kapel nog een Mariaspel opgevoerd, geschreven door pater Ivo, carmeliet uit Merkelbeek. - In 1994 heeft deken Keulen ingevoerd dat de sacramentsprocessie voortaan vertrekt vanaf de kapel en vandaaruit naar de parochiekerk trekt. Verder vindt er elk jaar op de eerste zondag van mei een viering voor de parochie in en bij de kapel plaats. In 1996 waren er ongeveer 350 personen bij aanwezig. Daarnaast is er van mei tot september iedere vrijdagochtend om 8.00 uur een mis in de kapel waarbij gemiddeld 25 à 40 personen aanwezig zijn. In het weekeinde van 18 en 19 september 1999 werd het 60-jarig jubileum gevierd met op zaterdagavond een mis, die gecelebreerd werd door bisschop Wiertz. Bron:Meertens Instituut