Lith-Mariakapel  Mr.v.Coothstraat

Eind der veertiger jaren van de twintigste eeuw verschijnen er overal Mariakapelletjes, zo ook in Lith . Zijne Heiligheid de Paus had in mei 1948 een toespraak gehouden voor een groep kunstenaars van de Franse Academie te Rome waarin hij Maria, de Moedermaagd, als bezielster van de ware kunstenaars noemde. Met het bouwen van deze kapel in Lith loste pastoor P. van der Linden een belofte in, namens de parochianen gedaan in het laatst der bange oorlogsjaren van Wereldoorlog II  Hoewel Lith ongeveer zeven maanden, tot aan de Bevrijdingsdag van 5 mei 1945, in de frontlinie lag en er in de onmiddellijke nabijheid veel gebeurde, bleef het dorp toch voor grote rampen behoed. Hierdoor is de kapel een dankbaarheidmonument geworden. Het initiatief tot het bouwen van deze Mariakapel zette de gehele Lithse gemeenschap in werking. De kapel werd ontworpen door de toen nog jonge, geboren en getogen Lithenaar en later beroemd geworden architect van de 'Bossche School', Jan de Jong. Hij ontwierp een kapel, 'die dat fijne vrouwelijke van Maria in het charmante bouwwerk liet uitkomen'. Jong en oud Lith werkte mee aan de bouw van de kapel. Niet alleen de 79 jarige oud-Lithenaar, woonachtig te 's-Gravenhage en die speciaal naar zijn geboortedorp kwam om de kapel te metselen, maar ook hielpen behalve vaklieden gratis mee chauffeurs, winkeliers, sigarenmakers, renteniers, vissers, boeren, schippers, melkventers, enz. Degenen die niet mee konden werken gaven geldelijke giften, gaven materiaal, of 'kochten' een steen voor de kapel en metselden deze zelf in. Aanvankelijk wilde men de kapel bouwen ter plaatse waar de Kapelse Wiel zich bevond en waar vroeger een St. Antoniuskapel of kapel van O.L. Vrouwen Antonius gestaan moet hebben. Deze kapel werd in 1571 tijdens de beruchte Beeldenstorm ontheiligd, later weer hersteld, maar door wederom vernielzucht uiteindelijk toch gesloopt. De exacte plek van die kapel was echter niet meer nauwkeurig bekend en de toestand van de Kapelse Wiel was zo weinig geschikt, dat men koos voor een plek in de onmiddellijke nabijheid. Ook het bouwen van de kapel op de plaats waar ze nu staat heeft veel moeilijkheden met zich mee gebracht, aangezien het terrein daar bijna twee meter lager lag, dan het wegdek. De boeren voerden echter zoveel klei aan, dat de kapel zelfs op een klein plateau kwam te staan! Niet minder dan achthonderd kubieke meter grond werd aangevoerd, waarin twaalf kubieke meters beton voor de fundering werd gestort. In die Wederopbouwtijd was er echter een groot gebrek aan bouwmaterialen. De oude handvormstenen stenen die -na afgebikt te zijn- gebruikt werden voor het bouwen van deze kapel zijn dan ook afkomstig van de gotische Nederlands Hervormde kerk, die op 14 januari 1945 door een V-I volledig was vernield (de geallieerde legers hadden een deel daarvan reeds voor wegverharding gebruikt). De nog overgebleven materialen werden toen gekocht. De top van de achtergevel van de nieuwe kapel werd gesloten met enkele stukken tufsteen, afkomstig van het oude kerkje in haar vroegste periode (27). Passend en matig gebruik werd gemaakt van natuursteen. Een uit brede delen bestaande, ambachtelijke dubbele deur, voorzien van sierrozetten, sluit het gebouwtje af. Boven de ingang is een kunstig en sierlijk smeedijzeren hekwerk aangebracht met in het midden een gestyleerde roos (symboliek van de in de litanie van Maria genoemde geheimzinnige Roos) en in de hoeken gestyleerde lelies (symboliek der reinheid). Aan weerszijden van de ingang staat een natuurstenen kolom, de constructieve dragers van het klokkentorentje. In elke zijwand is een dubbel venster geplaatst. Die vensters hebben vergeefs gewacht op gebrandschilderde ramen en de muren op een beschildering door de geboren Lithenaar, medicuspicador Hendrik Wiegersma. De belangrijkste plaats van de kapel is wel de korfboogronde abscis. Hierin staat de Mariabeeltenis, gemaakt door beeldhouwer Peter Roovers uit Mook. Het is uitgevoerd in geglazuurd grès in enkele kleuren, die enigszins in elkaar vloeien; voornamelijk een soort blauwen geel. Maria is afgebeeld als een zeer jeugdige vrouw, op haar schoot het kindje Jezus. De Brabantse mens prevelt of mediteert hier zijn Weesgegroetjes. Bron en foto's: Fam Rien van Beuningen Oss