Lennisheuvel

Foto's: Daan de Jong

Het verhaal begint in november 1981 als Caspar Willers en zijn vrouw Ria in Lennisheuvel komen wonen. Cees Nooren vertelde hen toen terloops dat er in de buurt van hun huis lang geleden een kapel moet hebben gestaan. Cees had dat gehoord van Jaan Vissers, de vorige bewoonster van het huis. Aanvankelijk is er met het verhaal van Cees Nooren niets gedaan. Maar naarmate Caspar meer belangstelling kreeg voor de historie van Lennisheuvel groeide het idee om de kapel in Lennisheuvel terug te brengen. Bij voorkeur op de plek of ten minste zo dicht mogelijk in de buurt van de plek waar de kapel vroeger heeft gestaan. Volgens een oude handgetekende kaart is dat nabij het huidige kruispunt Lennisheuvel-Armehoefstraat.

Toen na veel overleg het besluit was gevallen om de kapel daadwerkelijk te gaan bouwen gingen de ontwikkelingen snel. Er werd een stuurgroep opgericht bestaande uit de heren Fred de Jong (voorzitter), Harry Eijkemans (secretaris), Ad vd Breekel (namens Stichting Rond Kerk en Orion), Henk van Oosterhout (namens St.Theresiaparochie), Paul Simons (architect), Cees Nooren en Caspar Willers. Vervolgens werd een afspraak gemaakt met wethouder Ger vd Oetelaar die de stuurgroep alle medewerking toezegde. Ook beloofde hij te helpen met de financiering middels Streekrekening Het Groene Woud. Toen de gemeente ook nog een stuk grond aanwees en bereid was het bestemmingsplan aan te passen voor de bouw van een kapel ging architect Simons aan het werk.

De inwoners van Lennisheuvel werden twee ontwerpen voorgelegd: een kapel in Romaanse stijl en een kapel met een Gotische karakter. Laatstgenoemde kreeg de meeste stemmen, wellicht juist vanwege de smaakvolle combinatie van stijlen. De bouw is Gotisch, de ramen zijn Romaans en de poort is uitgevoerd in Art Deco stijl. Ook de patroonheilige is op democratische wijze door de inwoners gekozen. Men mocht een gemotiveerde voorkeur uitspreken voor een van de volgende kandidaten: St.Antonius, Driekoningen, St.Franciscus, St.Jozef en St.Jacobus. St.Jozef, de partner van Maria en pleegvader van het kindje Jezus, is uiteindelijk gekozen als meest aansprekende patroonheilige voor de kapel in Lennisheuvel.

De St.Jozefkapel is bijna helemaal door vrijwilligers gebouwd. Met respect voor alle andere vrijwilligers mag de naam van uitvoerder Leo van den Heuvel niet onvermeld blijven. Ook Henk van Oosterhout en Henk van de Sloot hebben veel werk verzet. Dank aan alle vrijwilligers die aan de bouw van de St.Jozefkapel hebben meegewerkt. Dank ook aan alle bedrijven en particulieren die een financiële of materiële bijdrage hebben geleverd aan de bouw van de St.Jozefkapel. Het leeuwenaandeel daarvan komt voor rekening van de Streekrekening Het Groene Woud en de Provincie Noord-Brabant. Maar de bouwers zijn ook kleinere sponsors dankbaar zoals de mevrouw die het beeld van St.Jozef heeft geschonken. Caspar, Paul en alle andere mensen die betrokken zijn bij de bouw van de kapel zijn apetrots op het eindresultaat. Terecht. De St.Jozefkapel is een bouwkundig meesterwerk. Een kunstwerk dat beanwoordt aan de religieus-nostalgische gevoelens van de initiatiefnemers: een plaats voor rust en bezinning; de wedergeboorte van een historisch kleinood in het kerkdorp Lennisheuvel. meer informatie: http://www.lennisheuvel.nl   


Wat er aan vooraf ging:

Speurtocht naar verdwenen Mariakapel in Lennisheuvel door Wil van de Langenberg Slechts weinigen zijn op de hoogte van het feit dat er in vroeger eeuwen een kapel is geweest in Lennisheuvel. Historisch geograaf Huub Thiadens zaliger vertelde mij dat en hij had er ook de bewijzen hiervoor. In het huisarchief "Stapelen" vond hij een jaarrekening van de Baanderheer van Boxtel in de Baronie uit 1625. Hierin werd onder andere gesproken over een kapel in de Hertgang Lennisheuvel. Het zou een kapel zijn ter ere van de Heilige Maagd Maria waarin vele missen werden opgedragen. Ook op een kaart van Hendrik Verhees uit ± 1800 staat de kapel ingetekend. Huub Thiadens vermoedt dat de kapel in de buurt van de Hole Eik heeft gestaan (denk aan de H.Eik in Spoordonk).    Daarna zocht ik contact met de familie Van Gestel aan de Brede Heide. Koos van Gestel (75) kon mij tot mijn grote verrassing vertellen dat zijn vader hem had verteld over een kapel die er ooit geweest moet zijn (maar die ook hij nooit gezien had). Na de Reformatie in 1648 zijn er veel kapellen in verval geraakt en gesloopt. Verder noemde hij de Kapelakkers waar vroeger hun boomgaard was. Dat is in de oksel van de Brede Heide en de straat Lennisheuvel. Op de plek waar nu de familie Van de Vorstenbosch woont (Lennisheuvel 23) vond de familie Van Gestel bij graafwerkzaamheden potscherven en pijpensteeltjes. Dat zou de juiste locatie geweest kunnen zijn.   Ook in het boekje "Van Lutterlyemde tot Nergensna" (Boxtelse historische reeks, geschreven door drs. Wim Veekens) wordt geschreven over deze kapel. Wie weet heeft iemand nog een tekening, een kaart of andere informatie over de kapel. In dat geval   ik dat graag van u horen. Alvast bedankt.  Wil van de Langenberg tel. 0411-683029

 

Jaren geleden stond in Lennisheuvel een veldkapelletje. Tenminste, zo ging het verhaal. Niemand wist waar het gebedshuisje precies gestaan had en eigenlijk wist ook niemand zeker of het verhaal wel op waarheid berustte. Na onderzoek van een paar vasthoudende inwoners, kwam men erachter dat op de Brede Heide een kapel gestaan zou hebben. Nadat het bewijs hiervoor, in de vorm van een oude landkaart, geleverd was besloot men om een nieuwe kapel te bouwen. Ook in Gemonde zijn inwoners bezig met een plan om een kapel te realiseren.

Caspar Willers en Cees Nooren, inwoners van Lennisheuvel, hadden al langer het plan om weer een kapel in het dorp te bouwen. ,,We kwamen er echter nooit aan toe”, vertelt Willers. ,,Toen we echter een kaart in handen kregen waarop een kapel stond getekend, besloten we om werk te maken van onze ideeën. We willen het echt doorzetten.”

De kapel in Lennisheuvel zou hebben gestaan op de kruising van de Armehoefstraat, Boseind en Lennisheuvel. ,,Hier werd altijd over gesproken door inwoners, maar er was nooit enig bewijs voor. Wij hebben dat uiteindelijk gevonden in het archief van de gemeente, daar lag een oude plattegrond waar deze kapel op te zien was”, zegt Willers.

Bron:DOOR MARIËLLE WIJFFELAARS