Breda  5 Mariakapellen

Achtergrond muziek :U,Rozenkrans,bemin ik van Kamerkoor BonTon o.l.v. Paul van Gulick 


1e kapel

In de wijk Princenhage, aan de Laan van Mertesem, werd op zondag 11 september 1949 deze dankkapel in gebruik genomen. In een openbare processie waarbij heel Princenhage betrokken was, werd het Mariabeeld, vervaardigd uit hardsteen door de Bredase beeldhouwer Frans Verhaak, van de Sint-Martinuskerk via de Dreef en de Esserstraat naar het Esserplein gedragen. De straten waren versierd met bogen en er lag een tapijt van bloemen en gekleurd zaagsel. Uit luidsprekers klonken gebeden en lofzangen. In een particuliere tuin nabij het kapelletje, waar een altaar was opgesteld, werd een plechtig lof gecelebreerd en een feestpredikatie gehouden. Met de bouw van de kapel toonde de bevolking van Princenhage haar dankbaarheid jegens het einde van de oorlog. Zij had het geld bijeen gebracht voor de bouw, voor het Mariabeeld en voor de inmiddels bij één van de opknapbeurten verdwenen schildering van de hand van de Benedictijner zuster Christine van der Meer-de Walcheren. Het bakstenen bedehuisje met zijn verdiept gelegen tentdakje en uivormige bekroning, heeft door zijn afgeschuinde hoeken een achthoekig grondplan. Tegen de voorgevel is in smeedijzer het Mariamonogram aangebracht. Enkele bankjes en een bakstenen verhoging met het beeld van Onze Lieve Vrouw met kind op de linkerknie vullen het interieur. Maria en kind zijn beiden gekroond. Ook vandaag de dag wordt het kapelletje nog geregeld bezocht, zowel door ouderen als door jongeren. Zo worden er in de examentijd extra veel kaarsen opgebrand. Vaak worden na een begrafenis de bloemen en kransen hierheen gebracht. Elke dag opnieuw wordt de kaarsenvoorraad aangevuld en worden de stompjes weggehaald om weer omgesmolten te worden. Hiervoor zorgt een oudere buurtbewoonster die de kapel enkele keren per dag controleert. Samen met enkele andere stille werksters heeft zij het beheer over het kapelletje. In het recente verleden heeft het nog al eens te lijden gehad van vandalisme. Aan de buitenzijde zijn de vensters dan ook beschermd door ijzeren staven en ‘s avonds gaat het hekwerk in het slot. Bron: langs ’s heren wegen

 


2e Kapel Breda Ginnekenstraat 

Breda, O.L. Vrouw van de Ginnekenstraat Aan een van de drukste winkelstraten van Breda, de Ginnekenstraat, bevindt zich de St. Joostkapel. Hoewel de kapel nog steeds St. Joostkapel wordt genoemd, is zij sinds 1947 toegewijd aan O.L. Vrouw. - In 1436 werd een altaar ter ere van St. Judocus (St. Joost), de apostel Jacobus en de evangelist Lukas gesticht in de toen nog niet geheel voltooide kapel. Bijna honderd jaar later, in 1517, was er sprake van een nieuwe kapel. - Van het einde van de 16e eeuw tot en met de eerste helft van de 20e eeuw heeft het gebouw een afwisselende geschiedenis doorgemaakt. Zo diende het als opslagruimte voor hooi en turf en als paardenstal, maar ook als kazerne, schermschool, poppentheater en woonhuis. Alleen de toren en het uurwerk werden goed onderhouden. Het jaartal 1662 in de voorgevel herinnert aan een grondige vernieuwing van de toren in dat jaar. Kennelijk behoorde sinds het begin van de 17e eeuw de kapel tot de eigendommen van de stad. Begin 19e eeuw werd de kapel verbouwd tot hovenierswoning. Tot 1945 is het gebouw door particulierenbewoond. - Tijdens de Tweede Wereldoorlog beloofde de bisschop van Breda, P. Hopmans, namens de bevolking van Breda aan O.L. Vrouw om ter ere van haar een kapel te zullen bouwen als de stad voor ernstig oorlogsgeweld gespaard bleef. Reeds in november 1944, direct na de bevrijding van Breda, bood het gemeentebestuur de St. Joostkapel voor dit doel aan. De notariële schenkingsakte werd 23 maart 1945 voor notaris mr. F. Suys verleden. De laatste huurder kreeg aanzegging om per 1 juni van dat jaar te vertrekken. Mgr. Hopmans benoemde een bouwcommissie, bestaande uit de heren P. Hornix, directeur openbare werken, Niel Steenbergen, beeldhouwer, en F. Mol, architect. Van de eigenlijke kapel was niet veel meer over, maar aan de hand van de overgebleven resten en oude tekeningen kon de architect een verantwoorde restauratie en renovatie tot stand brengen. In overleg met Monumentenzorg werd het werk opgedragen aan de aannemer F. van der Peyl te Ginneken. Vrijwel alles wat zich achter de toren bevond, werd afgebroken en opnieuw opgebouwd. Daarbij werden ook de absis aan de oostzijde en de spitsboogvensters, waarvan nog sporen aanwezig waren, hersteld. - Dankzij de royale giften die waren binnengekomen, was het mogelijk de kapel met veel kunstwerken te verrijken. De plechtige inwijding door de toen 82-jarige Hopmans vond plaats op zaterdag 3 mei 1947. Bron :Meertens Instituut Foto's : Joop Timmermans.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Eens druk rinkelend op weg naar menige brand in de door Duitse bombardementen geteisterde Britse hoofdstad, hangt het ding nu al vele jaren geluidloos in de Sint-Joostkapel aan de Ginnekenstraat. In de veelbezochte gebedsruimte, niet in het torentje (daarin hangt sinds ongeveer zestig jaar een 18e-eeuwse klok uit de Grote Toren). Hoe is die bel daar terechtgekomen? Wel, na de geallieerde invasie in 1944 zond Engeland een stel oude brandweerwagens met zijn troepen mee naar het vasteland. Veel van dat materieel belandde na de bevrijding in een depot te Oirschot. Daar werkte een Bredanaar uit de parochie van O.L.-Vrouwe van Goede Raad, wier 'Driesprongkerk' bij de bevrijding van Breda door de Duitsers grotendeels was opgeblazen. Toen het godshuis - zonder toren - werd herbouwd, was er een zekere parochiaan die wel een 'klok' voor de nieuwe dakruiter beschikbaar had. De parochie moet dus een halve eeuw naar het geklep van een brandweerbel hebben geluisterd, terwijl ze een kerkklok meende te horen luiden. Wat, ondanks het ontbrekende onderscheid in het Engels (bell), toch een luisterrijk verschil is. Bij de sloop van deze kerk in 1994-'95 is de 'klokbel' - het was inmiddels vijftig jaar na de Bevrijding - naar de St.-Joostkapel verhuisd. Een toepasselijke plek, omdat de kapel aan diezelfde oorlog en bevrijding herinnert. Eind 1945 stond de gemeente het destijds als woning in gebruik zijnde, 15e-eeuwse pandje af aan de Bredase bisschop mgr. Hopmans. Enige jaren eerder had de prelaat de H.-Maagd een nieuwe kapel beloofd, mocht de stad groot oorlogsleed ontgaan. Zo gebeurde. Architect Frans Mol restaureerde het gebouwtje - dat in protestantse perioden achtereenvolgens als hooischuur, soldatenbarak, schermschool, paardenstal en woning had gediend - in zijn laatgotische gedaante, zij het de helft kleiner. Onderwijl bracht rk-Breda geld bijeen voor de inrichting door kunstenaar Niel Steenbergen, die o.m. een nieuw altaar ontwierp en uit vijf eeuwen oud hout een beeld van de Moeder Gods sneed. Anderhalf jaar later, op 3 mei '47, kon Hopmans het gebedshuisje tot Mariakapel wijden. De Bredase volksmond is intussen gewoon van de St.-Joostkapel blijven spreken, want dáárvan heeft de stad er tenslotte maar één. Bovendien gaat de traditie van (de pestheilige) Sint-Joost op die specifieke plek terug tot 1300, toen de heer van Breda er - buiten de toenmalige stadsmuur - een houten kapel voor pestlijders liet bouwen. Een traditie die even oud en even Bredaas is als de weekmarkt op dinsdag, wordt niet zo maar even door vijf jaar oorlog en één bisschop uitgewist   Bron: BN DeStem


3e Kapel

Iedere eerste zondag van de maand zal. er In de kapel Van de,H.H. Maria/Dymphna,om 18.00 uur een Vesperviering gehouden worden. Er worden dan enkele psalmen gebeden, waar tussen een meditatief moment met het aansteken van een kaars en zal er tussen de gebeden door dwarsfluit muziek gespeeld worden Het geheel neemt ongeveer 20 minuten in beslag. Het is een mooie gelegenheid zich op zondag even los te, maken van alle dagelijkse zaken en een korte tijd voor uzelf te nemen van bezinning, rust en gebed. Geef dit initiatief een kans door uw aanwezigheid. U bent van harte welkom. De kapel is gelegen in de Haagse Beemden,achter de Bethlehemkerk en bereikbaar met bus 6.  Foto's Joop Timmermans


4e kapel op de hoek Claudius Prinsenlaan en de Wilhelminasingel

 

Tekst op het monument: Uit dank voor bevrijding 1944 gebouwd in Mariajaar 1954

   Het monument is een 'open lucht kapel'. Op het tegeltableau staat 'de zwarte madonna van Polen', ofwel de 'Madonna van Czestochowa', afgebeeld. Czestochowa is een plaats in Polen (ongeveer 100 km ten noord-westen van Krakau), waar in een kluis in de abdij - Jasna Gora - de oorspronkelijk icoon wordt bewaard. Volgens de legende zou de icoon tijdens een gevecht beschadigd zijn door een pijl van een Tartaar, waardoor een beschadiging in de hals van de Madonna zou zijn ontstaan. In 1430 zouden Hussisten (volgelingen van Jan Hus, die in 1418 wegens ketterij werd veroordeeld) de icoon hebben gestolen en in drie stukken hebben geslagen. Eén van hen zou vervolgens met een zwaard nog twee maal hebben ingeslagen op de icoon. Bij een poging tot een derde beschadiging stortte hij ter aarde en ging dood door verschrikkelijke pijnen. Ondanks verschillende pogingen de icoon te restaureren zouden de beschadigingen (op wang en hals) steeds teruggekeerd zijn. De icoon is voor veel Polen het nationale religieuze symbool en dus zeer belangrijk. Nog jaarlijks worden er vanuit verschillende plaatsen bedevaartstochten naar Czestochowa gehouden (vooral in juli, als er ook een processie met de icoon wordt gehouden). De abdij is overigens gratis te bezoeken. Bij deze 'open lucht kapel' in Breda werden vroeger op 3 mei - een nationale Poolse feestdag - diensten gehouden, maar dat gebeurd niet langer. Overigens hebben met name de Polen, en dan vooral de eerste Poolse Pantserdivisie van generaal Mackzek, bijgedragen aan de bevrijding van Breda.  Bron:Arjen van der Hulst te Breda.  Foto's: Daan de Jong


5e kapel Mariakapel aan de Ulvenhoutselaan Breda

 

Foto's Wim Blankers

Mariakapel aan Ulvenhoutselaan oogt als transformatorhuisje Direct na de Tweede Wereldoorlog werd aan de Ulvenhoutselaan, naast de ingang van het Laurensziekenhuis, een Mariakapel gebouwd als dank voor de afloop van de oorlog. Het betrof een schenking van een Bredase industrieel. Het ziekenhuis verkocht hiertoe een stukje grond, rechts van het complex. Bij de oprichting is in een clausule bepaald, dat het ziekenhuisbestuur het onderhoud van de kapel voor haar rekening zou nemen. Onopvallend staat ze tussen wat bomen, precies op de grens van het vroegere terrein. Het gesloten bakstenen gebouwtje onder een met pannen gedekt knikzadeldak werd ontworpen door architect Zwegers en heeft wel iets weg van een transformatorhuisje. In de topgevel is een rondboogingang uitgespaard met hardstenen aanzetten en een tweedelige eiken deur. Gekoppelde tweelichtvensters met hardstenen middenzuil zorgen voor de belangrijkste lichttoevoer. Tegen de eindmuur bevindt zich een eenvoudig altaar, waarboven in een uitgespaard rondboogveld een schildering op board, welke herinnert aan de oorlogsdagen. Zo zien we links in de voorstelling de evacuatievlucht van Breda met de Onze-Lieve-Vrouwetoren en rechts een detail van de vlucht waarbij mogelijk familieleden van de maker zijn afgebeeld. Ook het voormalige Laurensziekenhuis en de kapel zijn aanwezig. Bovenaan op een wolkenpartij met vredesduif is Christus aan het kruis afgebeeld. Een rechthoekige uitsnede in het midden van de voorstelling toont een replica van een icoon van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, aan wie de kapel werd toegewijd. Lange tijd werd ze onderhouden door de zusters van het ziekenhuis: de Zusters onder de Bogen. Inmiddels is het Laurensziekenhuis na fusie met het Diaconessenziekenhuis gesloopt. Het eigendomsrecht van de kapel is vooralsnog onduidelijk nu niet alleen het nieuwe Baronieziekenhuis, maar ook de parochie Sint Laurentius haar van de hand wijst. Momenteel zorgt een buur voor het dagelijkse onderhoud. In de koude wintermaanden blijft de kapel op slot. Overigens is ze van april tot november open en wordt er in de meimaand iedere woensdagavond het rozenhoedje gebeden tot behoud van de wereldvrede. Bron: langs ’s heren wegen.


Kunt u iets meer over deze Mariakapellen vertellen dat beslist hieronder zou moeten staan? Klik dan op Reactie/Opmerkingen, schrijf de tekst in het venster, dat verschijnt en klik op verzenden .Bij voorbaat dank. De webmaster : Joop Timmermans.